je suis rien

(Westland, 24 februari 2024, nummer 431). Het bericht dat de Maasvlakte ernstig wordt genoemd als mogelijk alternatieve plek voor twee nieuwe kerncentrales is plat gezegd als een bom ingeslagen. Het Zeeuwse Borssele blijft de favoriete locatie maar de overheid gaat toch maar beginnen om de buren daar – dus ook Westland – te informeren en, noem maar, (politiek) rijp te maken.
Opmerkelijk is dat bij het ministerie van economische zaken nu wordt gezegd dat de Maasvlakte voordelen heeft, zoals de benodigde infrastructuur, lees het al aanwezige hoogspanningsnet. Daarnaast kan restwarmte van de centrale makkelijker worden doorgespeeld naar omliggende industrie en – ja, ja, daar komt ‘ie – de tuinbouw. Die ligt op minder dan 20 km afstand. Dat heet tactisch masseren..

Snelle evacuatie
Met nadruk tactisch want qua afstand zitten we zelfs op het glazen randje want duidelijk is dat moet worden vermeden dat een kerncentrale te dicht bij dichtbevolkte gebieden ligt (tussen 5 en 20 kilometer). Bovendien moet ook met snelle evacuatie rekening worden gehouden.
Dat laatste pleit wel voor verbetering van de huidige doorgaande Westlandse wegen. En mogen we ook hopen dat er niks tijdens de spitsuren gebeurt..

Geen standpunt
Communicatie naar de bevolking, nationaal en door de (omliggende) gemeenten, is dus nodig. Dat is lastig voor lokale bestuurders want die zitten tussen twee vuren, hun bevolking en de nationale overheid. Waarbij ook telt dat de gemeente niks te zeggen heeft of die centrale daar gaat worden gebouwd of niet.

Via een lokaal nieuwsblad liet wethouder Pieter Varekamp (verkeer, ook van tuinbouw) weten dat de gemeente Westland, vooralsnog geen standpunt heeft over zo’n kerncentrale in onze backyard. Zijn woord ‘vooralsnog’ is daarbij typerend.
En waarschijnlijk ook weer tactisch want na het brede Westlandse ‘nee’ tegen de spreidingswet kun je in politiek Westland wel het een en ander verwachten. Wedden dat er nu al ergens raadsvragen in een la liggen?

Plas(on)vriendelijke gemeente
De lokale VVD wordt steeds minder kakkineus, maakt zich nu ook al zorgen over volkse zaken, bijvoorbeeld over de plasonvriendelijkheid van Westland. Zeker nu we op de lijst van plasvriendelijke gemeenten 24 plekken zijn gezakt. In een jaar tijd.
En dat terwijl de liberalen vorig jaar hierover al vragen stelden en zelfs allerlei toezeggingen van het bestuurscollege kregen. Terwijl ze daar zelf in zitten… Onder meer zou worden onderzocht hoe er meer spreiding van wc’s in de gemeente kon worden gerealiseerd. Wel leuk dat de VVD-fractie soms toch wel iets ziet in spreiden. Terwijl ze bij het spreiden van asielzoekers nogal schijterig bleken.

Kakkineus gezeik
Maar nu er sindsdien te weinig, vrijwel niets, is gebeurd perst de VVD door en trekt haar keutel niet in. Watert overdrachtelijk lekker verder en wil nu wel eens weten of het aantal openbare beschikbare wc’s is uitgebreid. Of er al is uitgezocht of alle beschikbare wc’s al aangesloten zijn op de HogeNood-app. Ja, zo heet ‘ie. Heeft de gemeente trouwens al ondernemers benaderd om hun wc’ s voor iedereen openbaar te maken? En is er al gespreid?

Qua taalgebruik heeft de VVD nogal wat moeite met het volks zijn. Zo wordt op de door hen keurig overgeschreven lijst, waaraan gemeenten moeten voldoen om de plasvriendelijkheid te meten, consequent het woord ‘toilet’ gebruikt, ook één keer ‘urinoirs’. In de Westlandse raadsvragen is het alleen ‘wc’s’ en ‘plassen’. Menig, nu pissig, liberaal zal die kritiek wel ‘kakkineus gezeik’ noemen.

De rubriek ‘je suis rien’ is een boeketje columnpjes, vaak maar van één alinea. Een clin d’oeil naar mezelf en de samenleving. Een knipoogje, soms met serieuze ondertoon.